Artikelen

Duurzame dijken

Nederlanders bouwen al dijken sinds mensenheugenis, maar onze moderne aanpak is toe aan innovatie. De Nederlandse dijken kunnen veel duurzamer en natuurvriendelijker. Een dijk hoeft er niet uit te zien als een landschapselement uit Teletubbieland.

 


Door Oswin Schneeweisz

Dit artikel begint met een vraag: hoeveel kilometer dijk kent Nederland eigenlijk? Het juiste antwoord: bijna achttien duizend kilometer. Als lange groene linten slingeren ze zich door het landschap en beschermen de dorpen en steden tegen het water. Dijken zijn voor Nederlanders zo gewoon dat we er niet eens bij stilstaan dat ze er zijn, laat staan dat we ons druk maken over wat er op die dijk groeit.

Verandering
Een dijk bestaat meestal uit een kern van zand voorzien van een bekleding. Harde bekledingen zoals steen en asfalt vinden we vooral op delen van een dijk die weerstand moeten bieden aan golven en stroming. Grote delen van onze dijken (binnentalud, kruin en een deel van het buitentalud) bestaan echter uit zachte, groene bekledingen. Een zachte bekleding van het talud is opgebouwd uit een kleilaag en begroeiing (vegetatie). Samen vormen deze de grasbekleding. De begroeiing bestaat meestal uit grassen. Vraag een kind een dijk te tekenen en tien tegen een komt er een groene muur van gras tevoorschijn. Zo ingeburgerd is het stereotype beeld van de dijk. Het is in feite een muur van gemillimeterd gras, niet meer en niet minder. Zo kennen we het. Maar de laatste jaren lijkt daar verandering in te komen. Steeds vaker verschijnen berichten in de media dat het ook anders kan.

Ecologische waarde
Sterker nog. Een dijk hoeft er niet uit te zien als een landschapselement uit Teletubbieland. Een ruigere bekleding met kruiden en bloemen heeft juist veel voordelen. In tijden van droogte blijven kruidenrijke graslanden groener vanwege een betere beworteling van de bodem. Percelen met hoofdzakelijk alleen raaigras herstellen minder snel of laten meer open plekken achter. Uit onderzoek aan dijken, wegbermen en graslanden bleek dat de wortels van een begroeiing met een groot aantal soorten kruiden en natuurlijke grassen, veel dieper reiken dan die van grasbermen. Meerjarige kruiden en natuurlijke grassen houden met hun diepere wortels de bodem beter vast en ze gaan een optimale samenwerking aan met het bodemleven. Een levende bodem is beter in staat te reageren op extremere omstandigheden, zoals grote hoeveelheden neerslag of aanhoudende droogte.  Bij droogte is de vegetatiezode van bijvoorbeeld dijken en taluds, maar ook van hooilanden op veen extra kwetsbaar voor beschadigingen. Oppervlakkig wortelende planten, plant-rozetten en grassen zijn dan minder goed verankerd en raken los door bewerkingen. Vooral tijdens bewerkingen, waarbij het gemaaide gewas bijeen wordt geharkt en opgeraapt. Een kruidenrijke dijk geeft echter niet alleen meer stevigheid en bescherming, het geeft een dijklichaam ook meer ecologische waarde.

Argwaan
‘Het is eigenlijk vreemd dat deze ontwikkeling nu pas goed op gang begint te komen’, zegt Peter de Groot van inheems natuurzadenbedrijf Biodivers. ‘Het is immers al veel langer bekend dat kruiden- en bloemrijke mengsels vaak veel dieper wortelen dan standaard gras.’ Dr. Karle Sykora van de Vakgroep Vegetatiekunde, Plantenecologie en Onkruidkunde in Wageningen verrichtte in de jaren tachtig het eerste wetenschappelijk onderzoek naar de plantengroei op rivierdijken. Samen met onderzoeker Cyriel Liebrand publiceerde Sykora zijn studie in 1987.  ‘Er bestond toen nog veel argwaan bij Rijkswaterstaat en de waterschappen over de bestendigheid tegen erosie van een dijktalud met kruidenrijke begroeiingen’, zei Sykora in Trouw.  ‘Ik trof in de literatuur bijvoorbeeld de bewering aan dat als de ‘dijkgrasmat mede zou bestaan uit kruiden, de geslotenheid en stevigheid van die kruidengrasmat in gevaar kon komen’. Ons onderzoek werd verricht tussen 1984 en 1987 en inmiddels onderkent Waterstaat dat bloemrijk grasland op dijken een beschermende functie heeft.’
Sterker nog: vanaf 1996 zijn door een aantal waterschappen, waaronder Waterschap Rivierenland, verbeterde rivierdijken ingezaaid met inheemse graskruidenmengsels. Uit monitoring bleek dat de graskruidenmengsels al snel na de dijkverbetering een goed gesloten grasmat opleveren die voldoet aan de civieltechnische eisen die vandaag de dag worden gesteld aan de begroeiing van rivierdijken. Ook komt een veelheid aan gras- en kruidensoorten voor, waardoor de dijken een kleurrijke aanblik bieden. Door het grote aantal gras – kruidensoorten is de dijkvegetatie aantrekkelijk voor vlinders, bijen, hommels en vele andere soorten insecten. Deze vegetatie zorgt voor een hogere erosiebestendigheid dan een monotone vegetatie die bestaat uit slechts één of enkele soorten. Elke plantensoort heeft een eigen type wortelstelsel. De ene soort wortelt diep, terwijl een andere soort juist een oppervlakkig wortelstelsel heeft. Hoe groter de diversiteit aan plantensoorten, des te groter is de variatie aan wortelstelsels en des te minder erosie zal er plaatsvinden.

Afferden
In het Limburgse Afferden vindt momenteel een proef plaats waarbij het Waterschap Limburg voor het eerst structuurmatten (die de erosie van de bodem moeten voorkomen)  gebruikt die worden ingezaaid met een kruidenrijk grasmengsel. Het waterschap verwacht dat op deze specifieke locatie een gevarieerde kruidenrijke grasmat bijdraagt aan een betere hechting van de grasmat aan de structuurmat. Daarnaast draagt een kruidenrijk grasmengsel bij aan een betere biodiversiteit. De diversiteit aan bloeiende soorten heeft een meerwaarde voor insecten, die op hun beurt weer het voedsel vormen voor vogels en andere dieren. Op basis van deze kennis neemt het Waterschap een besluit om in de toekomst mogelijk ook op andere dijktrajecten kruidenrijke grasmengsels te gebruiken voor inzaaiing.

Stroomdalflora
De vegetatie van uiterwaarden en dijkhellingen, voor kenners de ‘stroomdalflora’, is een bijzonder kleurrijke mengeling van bloeiende planten. De stroomdalplanten, ongeveer 100 soorten, komen vrijwel alleen voor langs de grote rivieren langs dijken en in uiterwaarden. Ze bestaan, om er enkele te noemen, uit agrimonie, rapunzelklokje, knikkende distel, wilde cichorei, grasklokje, wilde marjolein en wilde kruisdistel. De dijkgraslanden zijn van grote betekenis voor de insecten, die bloemen bezoeken. ‘Het aantal vlindersoorten in een soortenrijk grasland is ongeveer drie keer zo groot als in een bemest, intensief begraasd weiland, zegt Peter de Groot. ‘Stel je voor dat we op achttienduizend kilometer dijk in ons land de stroomdalflora terug zouden kunnen brengen. Dan maak je pas een verschil voor de natuur in ons land. Daar ligt nog zoveel potentie om de natuur in Nederland weer vleugels te geven.’

Genetische erosie
Het bedrijf van Peter de Groot is de enige zadenhandel die overal in Nederland zelf lokaal zaden oogst om die later weer te verkopen voor allerlei regiogebonden projecten. De Groot: ‘Er zijn veel standaard zadenmengsels in omloop, waarbij de zaden overal vandaan komen en overal naartoe worden getransporteerd. Het probleem daarbij is dat je dan zaden met een, voor een specifieke locatie, verkeerde genetische samenstelling krijgt. Gevolg: de flora wordt minder divers. Je krijgt genetische erosie. Eigenlijk zou je bij elk project vanaf een halve hectare dus moeten werken met materiaal dat uit je eigen regio afkomstig is.’

Sluitpost
Het probleem bij dijken is dat de bekleding vaak een sluitpost is. Dan kiest men al snel voor goedkoop gras. Maar het besef begint langzaam door te dringen dat juist de bekleding en het beheer van een dijk prioriteit zouden moeten hebben. Niet alleen vanuit ecologisch oogpunt (de helft van onze flora staat inmiddels op de rode lijst), maar ook praktisch. Een dijk die is ingezaaid met een gras-, haver- en hooiland-mengsel (bijvoorbeeld Knoopkruid, Groot Streepzaad, Karwijvarkenskervel en andere typische stroomdalplanten) levert juist door de onderlinge samenhang van grassen en planten een veel diepere en betere verweving van wortels op. De dijk is dan minder erosiegevoelig.

Duurzamer

De bodem zal ook minder snel verweken. Kijk naar Duitsland, daar heb je nog veel  oude oeverwallen die met van alles en nog wat begroeid zijn. Die staan er al eeuwen fantastisch bij. En gelukkig zijn de eerste resultaten van recente vegetatieontwikkelingen hoopvol in natuurontwikkelingsprojecten van nevengeulen in Nederland. Het is eigenlijk te gek voor woorden dat men in Nederland nog steeds dijken met gras en schapen beheert. Niet omdat ik zo nodig zaden wil verkopen, maar omdat het de slechtste oplossing voor een dijk is, Zeker in deze tijden van droge zomers snap ik niet waarom er überhaupt nog een dijk met een regulier grasmengsel wordt ingezaaid. Vorig jaar waren we in de hete zomer in de uiterwaarden:  het gras lag er droog en verdord bij, de kruiden stonden nog fier overeind Een mooi voorbeeld dat stroomdalplanten aangepast zijn aan de dynamiek van fluctuerende waterpeilen en extremen. De Nederlandse dijken zijn uiteindelijk duurzamer uit met bloemrijke stroomdalplanten.’

Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -