Artikelen

Kijk & luistertip 1: Seks, drugs & Donizetti

Door Oswin Schneeweisz

Gezien op 23 mei 2021,

Onlangs ondertekenden De Nationale Opera, de Nederlandse Reisopera en Opera Zuid een convenant om hun samenwerking op het gebied van talentontwikkeling te intensiveren. De drie gezelschappen gaan ieder jaar een coproductie maken. Een mooi initiatief, dat met de online première van Donizetti’s opera L’elisir d’amore ook meteen op veelbelovende wijze op het podium vorm kreeg.

Nu bestaat de solistencast nog geheel uit jonge internationale zangers van de Operastudio van De Nationale Opera. In de toekomst zullen ook meer jonge Nederlandse of in Nederland opgeleide zangers aangetrokken worden en moeten de coproducties ontwikkelmogelijkheden geven voor theatermakers, componisten en artistieke teams. De online première van Donizetti’s komische opera is in elk geval een bewijs van de levensvatbaarheid van dit nieuwe initiatief. Een frisse, originele en muzikaal ook bekoorlijke Donizetti is het resultaat.

Bij Opera Zuid noemen ze het een coming of age-opera. Een hippe term voor wat we vroeger in de literatuur een Bildungsroman noemden. Een verhaal dat gaat over de psychologische en morele groei van de hoofdpersoon, vaak van jeugd tot volwassenheid. Dat begrip dekt de lading van deze enscenering best aardig. We zien een groep jongeren die in hun grootstedelijke appartementje een feestje bouwen, met pillen, een overdaad aan shotjes en cocaïne. In die (eigentijdse) kleurrijke setting speelt de gehele opera zich af.

Je kunt je echter wel afvragen of regisseur Marcos Darbyshire niet iets te diep heeft ingegrepen in het oorspronkelijke karakter van de opera. Van de komische opera die ‘L’élisir d’amore’ oorspronkelijk is, blijft in zijn regieconcept weinig meer over. Weg zijn de grappen en grollen en slinkse listen van kwakzalver Dulcamara en sergeant Belcore. Er valt eigenlijk heel weinig te lachen bij deze versie. Alles draait om de psychologische ontwikkeling van die groep jongeren en om de onvermijdelijke keuzes die bij de liefde en de volwassenheid horen. Dat geeft de voorstelling gelaagdheid, maar het is ook alsof je naar een heel andere opera zit te kijken.

Maar die transformatie is behoorlijk knap en inventief gedaan. Op overtuigende wijze weet Darbyshire de aandacht te focussen op de groepsdynamiek en op de individuele karakters van de personages. Bij hem is Nemorino geen sukkel, geen kneus, clown of rare koekenbakker om de lachlust op te wekken. Nee, zijn Nemorino is een doodnormale jonge knul die in zijn jeugdige naïviteit de verkeerde keuzes maakt en zo de toeschouwer confronteert met de vraag of we niet allemaal Nemorino zijn (of ooit zijn geweest). Qua acteerwerk kan het allemaal nog wel iets losser bij José Simerilla Romero, maar vocaal heeft deze jonge Spaanse tenor wel veel te bieden. De charmante ingetogenheid waarmee hij zich ontfermt over de bekende aria ‘Una Furtiva Lagrima’ is in elk geval indrukwekkend. En in Julietta Aleksanyan (Adina) vindt hij zowel vocaal als theatraal een uitstekende medespeelster, met een gloedvolle stem waar we ongetwijfeld nog meer van zullen gaan horen.

Componist Pedro Beriso bewerkte de partituur tot een compacte pocketopera. Een bewerking waarbij de belangrijkste passages overeind blijven, al mag je de afwezigheid van een koor gerust een soort artistieke heiligschennis noemen. Beriso bracht het orkest terug tot ensembleformaat en dat hoor je natuurlijk, als je gewend bent aan de orkestversie. Maar de uitstekende prestaties van de musici van de philharmonie zuidnederland onder leiding van Enrico Delamboye maakten veel goed.

De stream is drie maanden te zien via het platform OperaVision en momenteel worden de mogelijkheden onderzocht voor een tournee in een later seizoen.

Foto: Bjorn Frins

Waardeer dit artikel

Als je dit artikel waardeert en je waardering wilt laten blijken met een kleine bijdrage: dat kan! Zo help je onafhankelijke journalistiek in stand houden.

Mijn gekozen donatie € -